Wat er telt voor ons deel 2

Op een van de warmste septemberdagen praten we op een zonovergoten terras met Fractievoorzitter van PvdA Maastricht MAREN SLANGEN en Raadslid HENRI BORGIGNONS. Zij willen graag verder op het thema ‘wat telt er voor ons?’ Wat beweegt je om dit werk in de politiek te willen doen? Een ‘buitenstaander’ heeft vaak een vertekend beeld; negenendertig mensen in een raadszaal die daar zwaar zitten te vergaderen en dat is het wel zo’n beetje. Dat deze mensen daar niet voor zichzelf zitten maar voor de stad en haar bewoners mag absoluut wat meer uitgelicht worden. Want dat is wat er telt!

Maren refereert gelijk aan de boekenactie van PvdA. “Natuurlijk zijn de meesten van ons lezers, echte dossiervreters. Maar daarnaast is het geweldig om buiten die Raadszaal ook actief te zijn en naar de mensen toe te gaan. Met de gezamenlijke actie ‘Jij een boek, zij een boek’ van PvdA Maastricht en Boekhandel Dominicanen, hebben we zevenhonderd exemplaren van de prentenboek klassieker ‘Kleine IJsbeer’ kunnen doneren aan kinderen die in het Mosa Kids Kinderziekenhuis in Maastricht liggen. Een prachtig project waarin we zieke kinderen een opsteker konden geven, iets leuks in een nare periode. Dat doet er toe, dat telt. Net als de korte gesprekjes, niet alleen in campagnetijd maar ook daarbuiten, en kopjes koffie met mensen die hun verhaal kwijt willen. Mensen voelen zich gehoord en wij merken zo wat er speelt, waar mensen mee zitten of mee geholpen willen worden. En nee, we hebben echt niet altijd een oplossing maar een luisterend oor en zich serieus genomen voelen haalt al vaak de scherpe kantjes weg.”

PASSIE OM IETS VOOR DE STAD TERUG TE DOEN
“Misschien is het een idee,” zegt Henri, “om eens een domeinvergadering over te slaan en in plaats daarvan naar buiten te gaan, de wijken in. Wandelen met buurtbewoners en liefst ook met mensen van het buurtnetwerk, om zo meer te weten te komen over wat er speelt in een buurt en waar behoefte aan is. Je maakt jezelf op deze manier laagdrempelig en je voelt beter waarom je dit werk doet: je hebt een passie om iets voor de stad terug te doen. Toen het in 2021 hoog water in Limburg was, ben ik langs de Maas gaan lopen. Praten met mensen, vragen hoe het gaat. Dat maakt het mensenwerk.”

“Je moet het leuk vinden om met allerlei mensen te praten, voegt Maren toe. “Ook als ze het niet met je eens zijn moet je in gesprek blijven, het is net mooi als er dan een discussie ontstaat. In deze periode wordt er groot onderhoud gepleegd in de openbare ruimte en het is nu dan ook de tijd om mensen te vragen wat ze zien in hun wijk. Is het veilig genoeg, is het schoon? Dan krijg je mensen mee want het betreft hun eigen leefomgeving. Wij krijgen in de Raad stapels papieren, dat is ook belangrijk, maar uiteindelijk gaat het om wat je in de stad ziet en hoort. Het is een wisselwerking; je moet je werk in de zaal goed doen maar meng je ook onder de mensen in de stad. Dat neem je mee naar de zaal. Omgekeerd moet je dat wat er besproken wordt in die zaal, ook vertalen naar de mensen in de stad.”

JE KUNT HET NOOIT VOOR IEDEREEN GOED DOEN
“Mensen vragen mij regelmatig waarom ik dit werk nog doe,” vertelt Henri. “Politici krijgen zoveel negativiteit over zich heen, bedreigingen zelfs. Maar het helpt mij om te denken: dit zegt één iemand, en er zijn nog honderdeenentwintigduizend andere mensen. Je kunt het nooit voor iedereen goed doen. Soms ben je als politicus met handen en voeten gebonden aan het juridische of financiële aspect van een probleem en dan moet je daar ook open en eerlijk over zijn. Dat verdient de burger. Je kunt door bepaalde regels en wetgeving niet alles veranderen, dat is een feit. Maar wees daar dan duidelijk in.”

MET JE POTEN IN DE MODDER
“Natuurlijk hebben wij naast ons werk in de politiek gewoon een baan,” zegt Maren. “Daardoor sta je midden in het leven, ‘met je poten in de modder’. En velen van ons zijn ook actief in het verenigingsleven. Zo merk je nog beter wat er speelt in de maatschappij. Het is wel belangrijk dat je daar transparant over bent, en ook ‘nee’ durft te zeggen als iets teveel wordt of niet bij jou of bij je functie past.” “Het is vaak druk, de combinatie van werk, verenigingen en de politiek, maar als je zorgt voor een goede balans kan het prima. En daarbij hebben wij het binnen de politiek heel leuk,” vult Henri aan. “We kunnen flink debatteren maar daarna kunnen we ook gerust samen ‘eine goon drinke’. Bij hard werken hoort een goede sfeer, dan blijf je er plezier in houden.”

En wat telt er nu het meest voor Maren en Henri? “Als mensen me aanspreken op straat over allerlei zaken,” zegt Maren. “Gesprekken met mensen waarvan ik het minst dacht dat ze op mijn pad zouden komen, die vind ik het allerleukste. Voor mij als persoon is het raadswerk alleen maar geslaagd als ik bij raadsvoorstellen ook echt begrijp voor wie ik dat doe, of wie ik ermee bescherm.” Henri: Als ik ergens in ‘mijn’ vier jaar kan zeggen: dat hebben we nou mooi bereikt, daar wordt de stad beter van. En mijn stip op de horizon is dat er woningen gebouwd gaan worden in Limmel op het voormalig Trega- en Zinkwitterrein. Daar hebben we ons zo sterk voor gemaakt met een motie die raadsbreed gedragen werd, als dat gerealiseerd kan worden, zou dat voor mij één van de mooie dingen zijn die tellen!”

TEKST Vivianne Rijnders FOTO Peter van Hooren