Simona Maassen in Coronatijd

Een regenbui in deze hittegolf jaagt ons de ‘Struys’ in, waar we op gepaste afstand praten met Simona Maassen, Raadslid van de Maastrichtse gemeenteraad. Zij maakt zich sterk voor de ondernemers van onze stad. Khanny Jongen, voorzitster van KHN Maastricht en Henri Hochstenbag, eigenaar van In den ouden Vogelstruys, schuiven aan.

Simona Maassen heeft er bewust voor gekozen om als zelfstandig raadslid zonder eigen partij in de Raad te zitten. “Mijn doel is om me in te zetten voor de horeca en middenstand in het centrum van Maastricht. Samen met mijn achterban houd ik me bezig met concrete zaken die van belang zijn voor de toekomst van onze binnenstad. Zo zet ik mij in om het voormalige V&D-pand als warenhuis voor Maastricht te behouden.” Toen Corona ons land bereikte, stond Simona de lokale ondernemers met raad en daad bij. “De welwillendheid vanuit het stadhuis was er zeker, maar ik moest mensen uit hun comfortzone duwen om duidelijk te maken dat uitzonderlijke omstandigheden om uitzonderlijke oplossingen vragen.” 

WE HADDEN ZOVEEL VRAGEN MAAR KREGEN GEEN ANTWOORDEN. 

In de aanloop naar 1 juni 2020, de datum waarop de horeca weer open mocht, rezen er veel vragen. “Ik wilde een brug slaan tussen politiek en ondernemers. De gemeente was bereid de ondernemers te helpen maar zag zich geconfronteerd met een totaal onbekende situatie. Door uit te leggen waar de ondernemers tegenaan liepen en wat ze nodig hadden, kon ik overbrengen waarom snelle actie nodig was. Er moest zoveel omzet ingehaald worden maar er waren zoveel regels,” verklaart Simona. 

“De gemeente leek besluiteloos, waardoor wij als ondernemers niet wisten waar we aan toe waren. Zes dagen voor 1 juni was voor ons nog niet alles helder, terwijl we onze terrassen uit moesten zetten, personeel voorbereiden, menukaarten aanpassen, maar hoe? Simona heeft onze wensen vervolgens duidelijk overgebracht naar het stadhuis,” vult Henri Hochstenbag aan. 

Simona: “De wet moet gehandhaafd worden, maar als de doorloop van een vergunning twee weken duurt en de ondernemer heeft op korte termijn iets nodig, spreek dan een gedoog-constructie met elkaar af en toets later of het volgens het boekje is gebeurd. Dan kan die ondernemer door.” 

HET NAJAAR KOMT ERAAN, MENSEN GAAN MEER NAAR BINNEN. EN DAN? 

Het aantal besmettingen neemt weer toe. Zijn de ondernemers daarop voorbereid? Simona: “De landelijke aanpak is bepalend voor de crisis, maar mensen bepalen het verloop van de verspreiding van het virus. Er moet meer op discipline worden gestuurd, dan hoeft de economie er ook niet meer zo onder te lijden. Als mensen de regels nakomen, kunnen we het virus onder controle houden en komen er hopelijk geen nieuwe maatregelen.” 

“We maken ons wel zorgen over het komende najaar,” zegt Khanny Jongen. “Het buitenleven wordt minder, mensen gaan naar binnen. De creativiteit onder de ondernemers is geweldig, maar hun ideeën voor de herfst en winter zullen stadsbreed door de politiek gefaciliteerd moeten worden.” Henri: “De huidige maatregelen gelden tot 1 september maar deze zullen doorgetrokken moeten worden. Het gaat nu goed, maar we moeten vooruitkijken wat de ondernemers nodig hebben om hun gasten hetzelfde te kunnen blijven bieden. We investeren niet alleen in middelen maar ook in knowhow om met een concreet plan richting politiek te komen voor de komende maanden. Zo is terrasverwarming noodzaak, anders houdt het op. Dan holt de concurrentiepositie van Maastricht achteruit want alle steden om ons heen hebben dat wel. Ik wil er echt een pleidooi voor houden dat we mogen blijven faciliteren als het weer minder gaat worden, anders gaat de grote klap vallen zodra het kouder wordt. En als de horeca inzakt, lijdt de middenstand net zo hard mee.”

DENKEN IN CREATIEVE OPLOSSINGEN

“Het is indrukwekkend om te zien hoe de ondernemers er ondanks alle beperkingen het beste van maken,” zegt Simona. “Er is gedacht in creatieve oplossingen die minder kosten en meer opbrengen. De ondernemers zijn de professionals en wat mij betreft moet de politiek hen daarom ruimte en faciliteiten geven om hun ideeën uit te voeren.” “Zo kan ik me niet voorstellen,” denkt Henri, “dat als er een vaccin is en het virus bestreden, ik mijn terras terug moet zetten, iedereen is nu zo enthousiast. Het is belangrijk dat we blijven nadenken over hoe we het goed doen, zowel op korte als lange termijn.” “En vergeet niet,” wil Khanny nog kwijt, “dat er kleine cafeetjes en restaurantjes zijn zonder buitenplek, die zijn zeer kwetsbaar. Voor hen moeten er vergoedingen komen middels de NOW 2.0 regeling. Waarbij eerlijk gekeken moet worden wie daadwerkelijk steun nodig heeft.” “Zeker,” beaamt Henri, “die kleine zaakjes zijn belangrijk; ze houden de stad levendig.”