Roger Druif over zijn leven met schulden

Armoede? Eigen schuld, zeggen veel mensen. Dat dacht Roger Druif (47) uit Heer ook. Totdat het hem en zijn gezin overkwam. ‘Je zakt er steeds dieper in. Bent bang om brieven open te maken.’ Drie jaar zat hij in de schuldsanering.

Veertien jaar werkte Roger Druif in een bakkerij. Totdat hij op zijn 30ste wegens stress en fysieke problemen als overgewicht in de ziektewet belandde. En ten slotte werd afgekeurd.

‘De stress,’ vertelt Roger, ‘had ook met de thuissituatie te maken. Mijn vrouw had ook een baan, maar leed aan de spierziekte multiple sclerose. Ook zij werd uiteindelijk door de bedrijfsarts afgekeurd. Ze had net twee weken te kort gewerkt om voor een uitkering in aanmerking te komen. Daardoor vielen we als tweeverdieners terug op een kleine uitkering.’

Daarna ging het in het gezin Druif – er was ook nog een zoon – financieel snel bergafwaarts. ‘Mijn vrouw,’ vervolgt Roger, ‘kreeg een soort koopverslaving, waarschijnlijk om gevoelens van angst en depressie kwijt te raken. Bij Wehkamp en Otto kocht ze online op krediet steeds maar kleding. Ze had een gat in de hand, zoals dat heet. Omdat je over uitgesteld betalen ook rente betaalt, liepen de schulden zo hoog op dat we door de bomen het bos niet meer zagen. Maar ik dacht steeds: het komt wel goed. Armoede overkomt een ander, maar mij niet. Ik was natuurlijk veel te nonchalant, zeg ik achteraf. De post maakten we meestal al niet meer open. De energierekening, de nota van de zorgverzekeraar, enzovoort: het ging allemaal op een stapel. Voor ons eten en andere dingen raakten we aangewezen op de Voedselbank en Stichting De Gouwe.’

Bijna op straat Toen de schuld was opgelopen tot 90.000 euro en deurwaarders wekelijks bij Roger Druif op de stoep stonden, riep hij de hulp in van een bewindvoerder. ‘Die liep ik tegen het lijf bij het Leger des Heils waar ik vrijwilligerswerk deed. Maar met deze bewindvoerder werkte het niet. Die probeerde te verdienen aan andermans schulden. Gelukkig kwam ik bij het Leger des Heils nog een andere bewindvoerder tegen. Met haar klikte het wel.’

‘Zij blokkeerde onze betaalrekeningen en slaagde er via de rechtbank op het nippertje in dat we onder de Wsnp, de wettelijke regeling voor schuldsanering, vielen. In drie jaar moet dan de schuld afgelost zijn. Zonder de Wsnp hadden we letterlijk op straat gestaan. De huurachterstand bedroeg al negen maanden. De vrachtwagen om ons huis leeg te halen stond al klaar.’

‘De bewindvoerder betaalde vanaf toen via mijn uitkering de huur en andere vaste lasten. Zelf kreeg ik 50 euro leefgeld. De afhankelijkheid van de Voedselbank bleef, maar ik was al lang blij dat de weg terug uit de ellende was ingeslagen. Eindelijk kwam er rust in mijn hoofd.’

Opluchting Ofschoon Roger Druif al enige tijd uit de schuldsanering is, beheert zijn bewindvoerder nog steeds zijn financiële huishouding. Roger: ‘Daar heb ik vrijwillig voor gekozen. Ik kan geen rekening meer zien, want van enveloppen met rekeningen word ik erg zenuwachtig. Mijn bewindvoerder betaalt van mijn WIA-uitkering mijn vaste woonlasten. Daarnaast maakt ze iedere week een vast bedrag aan leefgeld over. Voor grotere uitgaven kan ik haar gewoon bellen.’

Roger is inmiddels gescheiden, heeft een maagverkleining ondergaan en zijn zoon van 12 met wie hij samenleeft zit op het speciaal onderwijs. ‘We hebben het nu goed.’

Roger is lid (‘member’) van Quiet Maastricht waar hij iedere maandagochtend als vrijwilliger actief is. Dan schuift hij met koffie aan bij mensen die langskomen voor een praatje. ‘Soms moeten mensen schaamte overwinnen om hier een voet over de drempel te zetten. Maar zijn ze eenmaal binnen dan zie je vaak de opluchting. Als ik dan hoor dat iemand in de schulden zit, vertel ik dat er ook instanties zijn die een uitgestoken hand bieden in plaats van een duw naar beneden. Zonder hulp zak je steeds dieper weg. Zo probeer ik mensen met armoede om te turnen van negatief naar positief’.